De Traptrinette is onze vrouwelijke correspondent in een mannelijke fietswereld. Elke maand schrijft ze een kort verhaal.
Tegen de gevel van de bungalow staan dit weekend negen fietsen. Acht stoere mountainbikes met banden die deze Ardense bossen zonder moeite aankunnen. En eentje in maat XS, met dunne banden en een fietsbel met een roze hartje erop.
Op fietsweekend met de boys. Samen rijden met deze bende is geen optie. Aan de afdalingen die zij naar beneden duiken, waag ik me zelfs te voet nog niet. Dat zou me veel blauwe plekken opleveren, en modderige kleren, en het zou vooral geen zicht zijn.
Maar we zitten wel in hetzelfde schuitje - eentje op twee wielen - en gezellig is het des te meer. Er is spaghetti à volonté en gezelschap ook. Tegen dag twee klagen we samen over onze fietspijntjes. Het gespreksonderwerp bij uitstek is fietsonderdelen en mijn hersenen zijn er al in getraind om weg te dromen naar zonniger oorden van zodra iemand begint over het aantal tanden op zijn kettingblad. Of, zoals ik het professioneel noem, tsjoepkes. Aah, Mauritius...
Spijtig genoeg heersen er hier iets minder tropische temperaturen, maar de Ardense boiler houdt het gelukkig lang genoeg vol voor onze resem douchebeurten. Na het douchen loopt er al eens iemand in zijn onderbroek rond, een ritueel dat ik maar snel aan mij laat voorbijgaan.
Een verrassend voordeel aan zo’n fietsweekend is de overvloed aan bananen. Bikers en bananen, een topcombinatie. Iedereen heeft wel een tros mee en van de winkel moeten er bananen gehaald worden, want stel je voor dat we zonder vallen. Het resultaat is dat er veel te veel overblijven wanneer de boys vertrokken zijn. En laat mijn topcombinatie nu net die van bananen, roomijs en chocoladesaus zijn. Het zijn echte schatjes, die bikers.
​​​​